Het was in het voorjaar van 1960 - nu meer dan 30 jaar geleden, dat ik Sigismund Payne Best weer terug
zag en in de tuin van zijn huis in Calne met hem van gedachten wisselde over de verklaarbare, maar vooral
ook de onverklaarbare facetten van dat mysterieuze incident dat zozeer bijdroeg aan de naambekendheid van
Venlo. [...]
Oosterbeek, april 1991.
[...]
Dinsdag 13 november: In de vroege ochtend brengt Payne Best zijn vrouw en Enzo met de auto naar het Hauptbahnhof (SBB) van Bazel. Vanhier zullen May en Enzo met de trein van 07. 55 uur via Biel naar Lausanne reizen om vervolgens van Ouchy per motorsloep het Meer van Genève over te steken naar Evian-les-Bains.
Alvorens zijn tocht voort te zetten, brengt Sigismund in Bazel eerst nog een bezoek aan Sir Frank Nelson, één der zwitserse "Z"-agenten. Tegen de avond arriveert hij in Zürich, waar de naderende Kerstdagen te merken zijn aan de feestelijk verlichte winkelstraten van de binnenstad. Door de Bahnhofstrasse rijdt hij naar de Talstrasse. Hier op nummer 1, langs de Schanzengruben, dichtbij het Meer van Zürich, ligt het statige majestueuze en van oudsher gerenommeerde Hotel "Baur au Lac". Hier zal Payne Best overnachten.
Een nevelige dag en een temperatuur rond het vriespunt. Het is woensdag 14 december, de verjaardag van Koning George de Zesde, maar Captain Payne Best zal daar vandaag niet te veel aandacht aan besteden.
Hotel "Baur au Lac", Talstrasse 1 in Zürich, waar Sigismund Payne Best in de Lounge annex hall besprekingen voerde met Otto Strasser en Johann Georg Elser op woensdag 14 december 1938.
In de hal van het Hotel wachten em half drie 's-middags twee personen op hem, overeenkomstig de eerder gemaakte afspraken. Het zijn Otto Strasser en Johann Georg Elser.
Otto Strasser, geboren op 10 September 1897 in Windesheim (Midden-Frankenland), is de broer van Gregor Strasser, die op zaterdag 30 Juni 1934 tijdens de "Nacht der langen Messer" door Hitler's
trawanten verd vermoord; dit naar aanleiding van de mislukte "Röhm-Putsch".
Het was deze Otto, die zich samen met zijn broer al in 1925 had verzet tegen de zogenaamde "Münchener Groep" inzake de voorstellen van Communisten en Sociaal-Democraten om inbeslagname zonder verdere schadeloosstelling, van het grondbezit en het vermogen van voormalige duitse vorstenhuizen door te voeren. Zij eisten, samen met Josef Goebbels, dat de NSDAP in deze zaak met de KPD en de SPD zou samengaan. De NSDAP-partijleiding is echter tegen een door de Communisten en Sociaal-Demoeraten voorgenomen referendum hierover.
Reeds in juni 1919 was Otto Strasser lid van de zogenaamde "Juni-Club" geworden, wat een centrum werd van neo-conservative elementen en groeperingen. Hij werd medewerker aan de "Völkischer Beobachter" en trad in 1925 toe tot de NSDAP. Was het niet deze zelfde Strasser, die eens sprekend over Adolf Hitler zei:
"Hitler reageert op de roerselen van het menselijk gevoel als met een fijne snaar van een seismograaf (!).
Hij beschikt over een intuïtie velke foutloos de gebreken aanvoelt vaar zijn gehoor aan mank gaat. Hij komt een
zaal binnen, ruikt de sfeer, en barst dan plotseling los, terwijl zijn woorden als pijlen doel treffen,
bij ieder persoonlijk zijn of haar gevoelens vertolkend. Hij vertelt zijn gehoor wat het hören vil."
Vijf jaren later, in 1930, richt Otto Strasser de Kampfgemeinschaft revolutionärer National-Sozialisten op, die een bolsjewistische koers gaat varen. De moord op zijn broer Gregor in 1934 deed hem de partij definitief de rug toekeren. Hij gaat zich in
Zwitserland, in Zürich, vestigen en probeert een breed anti-Hitler front op te richten.
De lounge armex hall van het Hotel "Baur au Lac" te Zürich. Besprekingen die hier gevoerd werden tussen Captain Sigismund Payne Best, Otto Strasser en Johann Georg Elser zouden leiden naar de aanslag op Adolf Hitler in de Bürgerbräukeller in München ongeveer elf maanden later.
En zo zien we op die gedenkwaardige woensdagmiddag in december 1938 Otto Strasser en Captain Sigismund Payne Best elkaar ontmoeten in de hal van het statige Hotel "Baur au Lac".
De ander die in de hal zit te wachten is Johann Georg Elser. Georg Elser - zoals hij werd genoemd - werd op 4 januari 1903 in Hermaringen, Kreis Heidenheim in Württemberg geboren als zoon van de houthandelaar Ludwig Elser en zijn vrouw Maria. Amper was hij een jaar oud of het gezin Elser verhuisde naar Königsbronn nabij Heidenheim; hier bezocht de jonge Georg de lagere school. Na de Volksschule werd hij op 14-jarige leeftijd leerling metaaldraaier in de plaatselijke ijzerwarenfabriek van Königsbronn. Vanwege zijn zwakke gezondheid moest hij echter deze leerperiode voortijdig afbreken.
Maar wanneer hij in 1922 met succes, als beste van zijn leerjaar, het gezellen-examen heeft afgelegd,gaat Elser zich specialiseren in het instrumentmaken. Hij vangt evenwel eerst aan als timmermansleerling in een meubelfabriek in Aalen. De inflatie in Duitsland slaat hard toe, hij zegt zijn betrekking op en gaat, in de herfst van 1923, zijn ouders helpen bij de werkzaamheden in de bossen en op het land. Dit doet hij tegen kost en inwoning. In de winter van 1924-1925, wanneer de werkzaamheden buiten tot stilstand komen, vindt hij werk bij een meubelmaker in Heidenheim. Maar ook dat duurt niet lang, hij gaat rondzwerven en komt uiteindelijk in Bemried terecht en vervolgens bij de klokkenfabriek "Oberrheinische Uhrenindustrie" in Konstanz. Daar zai hij tot het voorjaar van 1930 blijven. In deze periode sluit hij zich aan bij de Rotfrontkämpferbund.
Rusteloos als hij is, komt Georg Elser, na diverse omzwervingen - onder andere in Meersburg aan de Bodensee - bij een timmer- en meubelmakerij in Königsbronn te werken, welke onder meer schrijf tafels voor de Wehrmacht maakt. Wegens zijn te lage uurloon geeft hij het werk eraan en begint in december 1936 in een instrumentenfabriek in Heidenheim. Hier hoort hij van een speciale afdeling waar onder geheimzinnige omstandigheden voor de bewapening wordt gewerkt. Hoe dan ook, zijn draai kan hij niet vinden, ook hier niet; in de herfst van 1938, tijdens de crisis om Sudetenland, neemt hij het besluit een aanslag te plegen op de leiding van de NSDAP.
Op dinsdag 8 november 1938 gaat hij per trein via Ulm naar München. De wijzers van de grote stationsklok wijzen zeven uur 's-avonds wanneer de trein, in stoom gehuld, knarsend tot stilstand komt op het Münchener Hauptbahnhof. Op de perrons en in de grote aankomsthal heerst een grote drukte; opvallend veel mensen dragen een partij-uniform. Georg Elser - onbeduidend als hij er altij al uit ziet - valt niet op in het gedrang en loopt rechtstreeks naar het kleine gebouw, waarop het voord "Quartieramt" staat. Hier meldt hij zich voor een onderkomen voor die nacht. Hem vordt een kamertje aangewezen in de Albanistrasse.
Om het interieur van de Bürgerbräukeller, gelegen in het Münchener district Haidhausen, te verkennen verlaat hij zo snel mogelijk na aankomst op zijn kamer, zijn kwartier en loopt langs de Isar en door de Rosenheimerstrasse. Waar de Hochstrasse naar rechts afbuigt komt hij in een grote mensenmassa terecht, een lange rij wachtende mensen, die de Bürgerbräukeller binnen willen gaan. Als Elser de volgende dag naar huis terugkeert, is hij vastberadener dan ooit: hij weet het nu zeker, hij wil en zai zijn plannen voor een aanslag ten uitvoer leggen. De voorbereidingen konden beginnen.
Op de dag dat Adolf Hitler op weg was naar de Bürgerbraukeller, op de 9e november, had de zwitserse kellner Maurice Bavaud zijn pistool al een keer op Adolf Hitler gericht, maar door de vele omhooggeheven armen, die de "Sieg Heil" groet brachten, was de aanslag tot mislukking gedoemd.
Het was - in Hotel "Baur au Lac" - het eerste persoonlijke contact dat Captain Payne Best met Otto Strasser en Johann Georg Elser (de laatste twee kenden elkaar al) had. Er werd besloten dat Elser de situatie in de Bürgerbräukeller in de lente van 1939 weer op zou nemen en dat verdere voorbereidingen voor een mogelijke aan slag op Adolf Hitler zouden volgen.
De RM 4000 die voor zo'n aanslag aan Elser ter beschikking werden gesteld, waren weliswaar een aanvulling van zinn karige geldelijke middelen, maar van veel grotere betekenis was Elser's vastberadenheid om Hitler om te brengen.
Na een extra vroeg ontbijt verlaat Payne Best op donderdag 15 december voor dag en dauw Hotel "Baur au Lac" en rijdt via Montreux. Villeneuve, Chessel en Port Valais naar Evian-les-Bains,
waar hij zich bij May an Enzo voegt en de familie Bonopera voor het eerst ontmoet.
[...]
Maar er gebeurde meer op 8 november.
Acht minuten na Adolf Hitler's vertrek uit de Münchener Bürgerbräukeller in de wijk Haidhausen, waar hij zijn jaarlijkse herdenkingsrede had gehouden, ontploft er in de zaal met een daverende klap een bom. Het is half tien in de avond. Hitler's rede duurde korter dan gebruikelijk en dan werd verwacht; een tijdbom met een speciaal uurverk en met uiterste precisie vervaardigd, verstopt in een houten pilaar achter de lessenaar waar Hitler had gesproken, bleek achteraf aan zeven personen het leven te hebben gekost; 36 mensen werden min of meer ernstig gewond.
Adolf Hitler, die met de trein van 21.31 uur uit München naar Berlijn was vertrokken, hoorde op het Nürnberger Hauptbahnhof van de ontploffing.
's-Avonds om kwart voor negen werd in de tuin van het "Wessenbergsche Erziehungsheim" in Konstanz door de douanier Xaver Reitlinger een man aangehouden, die probeerde illegaal de zwitserse grens over te steken.
Het bleek Johann Georg Elser te zijn, die we nog kennen van de ontmoeting in de lounge van Hotel "Baur au Lac" in Zürich.
Nadat ze hem hadden meegenomen naar de douanepost, vond men in zijn zakken diverse voorwerpen, waaronder een tang, schetsen van bom- en lontontwerpen, een lont, een ansichtkaart met het interieur van de Bürgerbräukeller en een badge onder zijn revers van de vroegere Rotfrontkämpferbund.
Aan de zwitserse kant van de grens, in de Kreuzlingerstrasse, ontwaarden de duitse douaniers een man in een lichte regenjas, die kennelijk op Elser had staan wachten. Het was Otto Strasser.
Later, in de avond van de 13e november, bevestigde Elser - oud 36 jaar, horloge- en instrumentmaker, woonachtig in
München - dat hij een zelf-gemaakte bom had ontworpen, in elkaar had gezet en geïnstalleerd, waarbij hij groot
vakmanschap had getoond. Voorts verklaarde hij dat hij tien jaar geleden lid was geworden van de Rotfrontkämpferbund
en dat hij het jaar ervoor - in 1938 - ook al met plannen had rondgelopen om Hitler om te brengen. Hoewel Elser zei alles
alleen gedaan te hebben, konden de douane-ambtenaren noch de Gestapo-agenten nalaten te denken aan die man in de lichte
regenjas die op de veilige zwitserse grond had staan wachten en wiens foto en signalement aan de muur van de douanepost hing.
Quelle: Henri A. Bulhof, Biographie van Sigismund Payne Best, Unveröffentlichtes Manuskript in
niederländischer Sprache, Osterbeek (Niederlande) 1991, S. 66 ff, S. 94 f
Nachtrag: Henri A. Bulhofs Manuskript wurde im Jahr 2010 vom Mosae Verlag in Venlo posthum als
Paperback unter dem Titel "Sigismund Payne Best - Hoofdrolspeler in het Venlo-Incident"
(deutsch: Hauptdarsteller beim Venlo-Zwischenfall) veröffentlicht. Mit einem Vorwort von
Gerald Fleming, emeritierter Professor an der University of Surrey. Einschließlich der längst
widerlegten Passagen über Strasser und Elser.